125 gram bloem
70 gram boter
62 gram basterdsuiker
1/2 ei snufje zout
1 gram koolzuur snufje kaneel
7 halve amandelen
Voor de vulling;
150 gram amandelspijs
1 ei citroenessence
0,5 eetlepel slaolie
Voeg de koolzuur en de kaneel bij de bloem en zeef deze. Roer de boter, suiker, zout en het ei zacht. Voeg de bloem toe. Maak van het deeg een bal en laat een ½ uur in de koelkast rusten. Roer intussen de amandelspijs aan met het ei, slaolie en de citroenessence. Rol nu het deeg uit ter dikte van een gulden en steek hieruit met een gekartelde rondesteker van 9 cm. doorsnede, 2 x 7 plakken. Smeer de bakplaten in met boter of bekleed deze met bakpapier en leg hier 7 rondjes in verband neer. Spuit hierop met een gladde spuit de amandelspijs. Leg nu de resterende 7 uitgestoken plakken op de koeken. Zorg er voor dat de tandjes gelijk komen en druk het deeg aan. Twee keer afstrijken met strijksel van eidooier vermengd met iets water en leg in het midden van de koek een halve amandel.
Afbakken:
Ongeveer 12 minuten in een oven van 190 C
Aantal personen:
7
Voorbereidingstijd:
45 min
Kooktijd:
12 min
Geen opmerkingen:
Een reactie posten