Sauteren
oftewel Bakken in de koekenpan is een bereidingstechniek waarmee met zo weinig
mogelijk vetstof tussen 140 en 160
°C droge verkleinde of geportioneerde producten van
gelijke grootte en dikte worden gebakken.
Hierdoor
krijgt een product de juiste gaarheid en heeft aan de buitenkant een krokante
korst.
Het in een koekenpan bakken wordt dus sauteren genoemd.
Het verschil tussen bakken in de oven en bakken in de koekenpan zit hem onder andere in de verdeling van de hitte. Als een product in de oven wordt gebakken, komt de hitte van alle kanten. Bij de koekenpan komt de hitte van één kant: de onderkant.
Bij sauteren moet je letten op de samenstelling/structuur van het product. De techniek van het sauteren kunt u toepassen bij plantaardige en dierlijke producten met een zachte of malse structuur. Plantaardige producten met een harde structuur moeten voor gegaard worden. Krielaardappelen, bijvoorbeeld, worden eerst geblancheerd. De techniek is ongeschikt voor vlees met veel en taai bindweefsel.
Deze techniek kunt u goed toepassen bij verkleinde, geportioneerde producten. De producten moeten van gelijke grootte en dikte zijn om ze gelijkmatig te kunnen garen.
U kunt sauteren in plantaardige en dierlijke vetstof, bijvoorbeeld boter, olie of een boter-oliemengsel. Plantaardige olie wordt toegevoegd om het rookpunt van de olie te verhogen en voorkomt zo
dus dat deze bij een relatief lage temperatuur gaat verbranden. De keuze van de vetstof is afhankelijk van de gewenste bereidingstemperatuur die je wilt gebruiken (boter140°C ,
olie 160°C )
en de gewenste smaakoverdracht op het te sauteren product.
Je gebruikt zo min mogelijk vetstof, net genoeg om het product niet te laten vastkleven aan de pan.
Om dit te voorkomen, kun je ook een pan met een antikleeflaag gebruiken. De vetstof brengt het
ongelijkmatige voedseloppervlak in gelijk contact met de hittebron, houdt het voedsel soepel en
geeft een zeker aroma.
De starttemperatuur van de vetstof
Sauteren is een bereidingstechniek met een hoge starttemperatuur. Omdat vetstof veel heter kan worden dan water, produceert het ook een veel intenser aroma bij de bruinings reactie. Wanneer u grotere producten sauteert, moet u het product snel dichtschroeien bij een hoge starttemperatuur en daarna de temperatuur verlagen om te voorkomen dat de buitenkant aanbrandt voordat de binnenkant
voldoende gaar is. Afhankelijk van de structuur, dikte en grootte van het product wordt het proces voortgezet bij een lagere temperatuur.
Voor een goede beheersing van de temperatuur hebt u een sauteuse nodig die de juiste afmeting heeft ten opzichte van de hoeveelheid product. In een te kleine sauteuse zal door de te grote hoeveelheid
product de temperatuur te veel dalen. Dan is er meer sprake van koken dan van sauteren. In een te grote sauteuse met te weinig product loop men het gevaar dat de vetstof en het product zullen
verbranden.
De bereidingstijd is afhankelijk van de structuur, de grootte en de gewenste gaarheid van het product.
Let op!! Door het product vooraf te zouten kan kwaliteitsverlies optreden. Zout onttrekt vocht aan het product waardoor een malse biefstuk veranderd in een taai stuk vlees. Daarom zouten we vlees altijd achteraf, peper en andere specerijen kunnen wel van te worden toe gevoegd.
Het in een koekenpan bakken wordt dus sauteren genoemd.
Het verschil tussen bakken in de oven en bakken in de koekenpan zit hem onder andere in de verdeling van de hitte. Als een product in de oven wordt gebakken, komt de hitte van alle kanten. Bij de koekenpan komt de hitte van één kant: de onderkant.
Bij sauteren moet je letten op de samenstelling/structuur van het product. De techniek van het sauteren kunt u toepassen bij plantaardige en dierlijke producten met een zachte of malse structuur. Plantaardige producten met een harde structuur moeten voor gegaard worden. Krielaardappelen, bijvoorbeeld, worden eerst geblancheerd. De techniek is ongeschikt voor vlees met veel en taai bindweefsel.
Deze techniek kunt u goed toepassen bij verkleinde, geportioneerde producten. De producten moeten van gelijke grootte en dikte zijn om ze gelijkmatig te kunnen garen.
U kunt sauteren in plantaardige en dierlijke vetstof, bijvoorbeeld boter, olie of een boter-oliemengsel. Plantaardige olie wordt toegevoegd om het rookpunt van de olie te verhogen en voorkomt zo
dus dat deze bij een relatief lage temperatuur gaat verbranden. De keuze van de vetstof is afhankelijk van de gewenste bereidingstemperatuur die je wilt gebruiken (boter
Je gebruikt zo min mogelijk vetstof, net genoeg om het product niet te laten vastkleven aan de pan.
Om dit te voorkomen, kun je ook een pan met een antikleeflaag gebruiken. De vetstof brengt het
ongelijkmatige voedseloppervlak in gelijk contact met de hittebron, houdt het voedsel soepel en
geeft een zeker aroma.
De starttemperatuur van de vetstof
Sauteren is een bereidingstechniek met een hoge starttemperatuur. Omdat vetstof veel heter kan worden dan water, produceert het ook een veel intenser aroma bij de bruinings reactie. Wanneer u grotere producten sauteert, moet u het product snel dichtschroeien bij een hoge starttemperatuur en daarna de temperatuur verlagen om te voorkomen dat de buitenkant aanbrandt voordat de binnenkant
voldoende gaar is. Afhankelijk van de structuur, dikte en grootte van het product wordt het proces voortgezet bij een lagere temperatuur.
Voor een goede beheersing van de temperatuur hebt u een sauteuse nodig die de juiste afmeting heeft ten opzichte van de hoeveelheid product. In een te kleine sauteuse zal door de te grote hoeveelheid
product de temperatuur te veel dalen. Dan is er meer sprake van koken dan van sauteren. In een te grote sauteuse met te weinig product loop men het gevaar dat de vetstof en het product zullen
verbranden.
De bereidingstijd is afhankelijk van de structuur, de grootte en de gewenste gaarheid van het product.
Let op!! Door het product vooraf te zouten kan kwaliteitsverlies optreden. Zout onttrekt vocht aan het product waardoor een malse biefstuk veranderd in een taai stuk vlees. Daarom zouten we vlees altijd achteraf, peper en andere specerijen kunnen wel van te worden toe gevoegd.
De in de pan achtergebleven aanbaksels
kunnen gedeglaceerd worden tot een saus a Ia minute.
Je kunt sauteren in verschillende
soorten pannen, in casseroles, op bakplaten en in braadsleeën.
Sauteren kan bij de volgende productgroepen worden toegepast
groenten
aardappelen (eerst verkleinen en blancheren)
meelproducten
rijst
eieren
vlees
gevogelte
vederwild
vis
schaal-, schelp- en weekdieren paddenstoelen
Sauteren kan bij de volgende productgroepen worden toegepast
groenten
aardappelen (eerst verkleinen en blancheren)
meelproducten
rijst
eieren
vlees
gevogelte
vederwild
vis
schaal-, schelp- en weekdieren paddenstoelen
Bakken van Biefstuk
Hoe
weet ik nu wanneer mijn biefstuk de juiste garing heeft? Is een van de meest
gestelde vragen die ik krijg over het bakken van biefstuk.
Er
zijn drie manieren om er achter te komen wanneer je biefstuk de juiste garing
heeft.
1. tijd
Let op dat als je van tijd uitgaat je
rekening moet houden met de dikte van het vlees. Onderstaande tijden gelden
voor een biefstuk van ongeveer 1,5
a 2 cm
dik
- 3 minuten aan elke kant voor rood (rare)
- 4,5 minuten aan elke kant voor roze (medium)
- 5,5 minuten aan elke kant voor doorgebakken (well-done)
2. temperatuur
het meten van de temperatuur is een veilige
keus. Ik ben hier alleen geen voorstander van omdat doormiddel van een
thermometer in het vlees te prikken de biefstuk leeg loopt. Dit is mede ook
afhankelijk van de kwaliteit van het vlees.
- 46˚C Rauw / Bleu
- 50˚C Bloederig van binnen
- 55˚C Saignant/Half doorbakken/Apoint (rosé)/medium
- 70˚C Doorbakken/Bien Cuit/well-done
3. voelen
Voor de meer ervaren koks is er dan nog de
“voel” methode. Door met je vinger in het midden van het vlees te prikken kan
men de stugheid voelen.
- Als het vlees zacht aanvoelt is hij rauw
- Als het vlees wat stugger aanvoelt is hij medium
- Als het vlees stug aanvoelt is hij well-done
Dat klinkt makkelijk maar wat bedoel je met
zacht, stugger en stug?
Ok. Hier heb ik een heel simpel truckje voor.
Neem je
linker hand en hou die ontspannen voor je, knijp nu met je rechter duim en
wijs vingen in het gedeelte tussen je duim en je wijsvinger van je linker hand.
Als het vlees zo aanvoelt is het Rauw.
Hou nu
je vingers recht zonder ze echt te strekken. knijp nu met je rechter duim en wijs
vingen in het gedeelte tussen je duim en je wijsvinger van je linker hand. Als
het vlees zo aanvoelt is het Medium.
Spreid
nu je vingers zo wijd mogelijk uit. knijp nu met je rechter duim en wijs vingen
in het gedeelte tussen je duim en je wijsvinger van je linker hand. Als het
vlees zo aanvoelt is het Well-done.
Bekijk de video:
Biefstuk met sjalotjes in rode wijnsaus.
4 biefstukken a 120gr
Zwarte peper
zout
Bak product, boter of olijfolie om in te
bakken
4 sjalotjes
1 teen knoflook geperst
250 ml rode wijn
1 el balsamico azijn
1 el honing
2 el vers gehakte peterselie
|
· Haal het vlees uit
de koelkast en laat het 30 minuten op temperatuur komen.
· Snijd de sjalotjes
in ringen en pers de knoflook.
· Vet een koekenpan
in met boter of olie en laat hem zeer heet worden.
· Wrijf het vlees in
met peper en bak de biefstuk aan beide zijden 1 tot 1,5 minuut tot deze bruin
is.
· Zet het vuur iets
lager en bak de biefstuk onder constant schuiven en draaien tot de gaarheid
die je wilt hebben.
· Haal de biefstuk
uit de pan, leg hem op een schaal en bedek hem met aluminiumfolie. Houd hem
eventueel warm in de oven (50˚C)
· Bak in de pan de
uienringen en de knoflook tot deze glazig zijn.
· Voeg de wijn toe en
roer het aanbaksel in de pan los voeg 1 el peterselie en laat de wijn inkoken
tot 1/3.
· Doe de balsamico en
de honing bij de wijn, roer deze goed door en laat even koken.
· Breng de saus
opsmaak met peper en zout.
· Schep de saus over
de biefstuk en strooi de overige peterselie erover heen.
· Serveer met o.a. gebakken aardappels en gestoomde broccoli.
|
Bekijk hier de video:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten